inlaatlucht

Inlaatlucht is de lucht die door een ventilatiesysteem of een voertuig wordt aangezogen uit de buitenomgeving. Bij gebouwen is het de buitenlucht die via de inlaatopeningen in het systeem wordt toegevoerd en vervolgens wordt gefilterd, verwarmd of gekoeld voordat deze de binnenruimtes bereikt. Inlaatlucht vormt zo de bron van verse lucht die bijdraagt aan de ventilatie en de binnenluchtkwaliteit.

De kwaliteit van inlaatlucht wordt in belangrijke mate bepaald door de locatie van de inlaat en door omgevingsfactoren zoals verkeersintensiteit, industrie, pollen, stof en vocht. In stedelijke omgevingen kan inlaatlucht meer verontreinigingen bevatten dan in landelijke gebieden. Ook het seizoen en weersomstandigheden beïnvloeden temperatuur en vochtigheid van de aangevoerde lucht.

Ontwerp en plaatsing spelen een cruciale rol. De inlaat moet zo worden geplaatst dat risico’s op verontreiniging, vorst, waterinfiltratie en lawaai worden beperkt. Vaak worden voorfilters, roosters en damperinstallaties toegepast; in sommige systemen kan ook desinfectie of extra behandeling (bijv. UV-C) aanwezig zijn. De inlaat wordt vaak gescheiden van aanvoer of uitlaat om terugkeer van binnenlucht te voorkomen.

Praktisch beheer omvat regelmatige inspectie en onderhoud: schoonmaken of vervangen van filters, controleren op lekkagen en ongedierte, en controleren van de positionering en afstanden tot bronnen van vervuiling. In veel landen gelden normen en richtlijnen voor ventilatie en binnenluchtkwaliteit, zoals ASHRAE 62.1 en Europese EN-normen, die specificeren welke minimale ventilatiesnelheden vereist zijn en hoe de kwaliteit moet worden gemonitord.

Zie ook: buitenlucht, toevoerlucht, retourlucht, ventilatiesysteem, luchtbehandelingsunit.