Home

injectietechnieken

Injectietechnieken verwijzen naar methoden om vloeistoffen of geneesmiddelen toe te dienen via een naald- of kathetersysteem, in mensen, dieren of laboratoriumvoorwerpen. Ze worden toegepast in de gezondheidszorg, veterinaire zorg en biomedisch onderzoek. Veelvoorkomende routes zijn intradermale, subcutane, intramusculaire en intraveneuze injecties; daarnaast bestaan regionale technieken zoals zenuwblokkades, epidurale of intrathecale toediening, en intra-articulaire injecties. Sommige methoden worden ook toegepast in oogheelkunde en bij inwendige organen.

Toedieningsmiddelen en apparatuur: spuiten en naalden met verschillende diameter en lengtes, cannulas, infuissystemen en bij sommige

Techniek en uitvoering: de keuze van de route bepaalt de hoek en diepte van de naald. Intramusculaire

Veiligheid en training: injectietechnieken vereisen professionele training en naleving van richtlijnen voor asepsis, dosering en patiëntveiligheid.

In biomedisch onderzoek komen injectietechnieken ook voor bij micro-injectie in cellen of in vivo modellen, bijvoorbeeld

toepassingen
beeldvormende
ondersteuning
zoals
echografie
of
fluoroscopie.
Voorbereiding
omvat
aseptische
huidreiniging,
controle
van
stof
en
dosis,
evaluatie
van
allergieën
en
contra-indicaties,
en
duidelijke
instructies
aan
de
patiënt
of
het
dier.
injecties
worden
vaak
uitgevoerd
bij
ongeveer
90
graden,
subcutane
injecties
bij
45
tot
90
graden,
en
intraveneuze
toediening
vereist
vaak
zorgvuldige
toegang
en
aspiratie
om
ongewenste
intraveneuze
injectie
te
voorkomen
in
sommige
protocollen.
Regionale
technieken
en
ooginjecties
kunnen
gespecialiseerde
vaardigheden
en
begeleiding
vereisen.
Mogelijke
complicaties
zijn
infectie,
bloedingen,
weefselschade,
zenuwletsel
en
ernstige
allergische
reacties.
Documentatie
en
kwaliteitszorg,
evenals
continue
bijscholing
en,
waar
relevant,
ultrasound-
of
beeldgestuurde
procedures,
spelen
een
belangrijke
rol.
voor
toediening
van
reagentia,
geneesmiddelen
of
genetische
materialen.