graden

Graden is het meervoud van graad in het Nederlands en wordt gebruikt om te verwijzen naar de eenheid graden die in verschillende contexten voorkomen. Het begrip kan verwijzen naar temperatuur, hoeken en, in bredere zin, niveaus of stappen in een schaal. De term is afgeleid van het Latijnse gradus en heeft vergelijkbare tegenhangers in veel talen.

In de wiskunde en astronomie is een graad precies 1/360 van een cirkel; een volledige cirkel bevat dus 360 graden. Hoeken worden uitgedrukt in graden, en voor nauwkeurigheid kunnen ook minuten en seconden worden gebruikt (1 graad = 60 arcminuten, 1 arcminuut = 60 arsekund). Het symbool voor een graad is ° en wordt achter het getal geplaatst, bijvoorbeeld 45° of 20°C.

Temperatuur wordt meestal uitgedrukt in graden Celsius in het dagelijks gebruik in Nederland en veel andere Europese landen. In wetenschappelijke contexten kan ook Kelvin of Fahrenheit voorkomen, afhankelijk van de gebruikte schaal en discipline, maar Celsius is de meest gangbare notatie in het publieke domein.

In de context van onderwijs werd en wordt de term graad in sommige gevallen nog gebruikt om academische niveaus aan te duiden (akademische graden). Tegenwoordig gebruikt men in het Nederlandse taalgebied vaker termen als diploma’s (bachelordiploma, masterdiploma) voor formele kwalificaties, hoewel de uitdrukking “akademische graad” nog in formele of historische teksten kan voorkomen.

Graden ontstaan ook in geografische coördinaten, waar breedte- en lengtegraden worden gebruikt om locaties op aarde te specificeren, vaak met aanvullende minutes en seconds voor precisie.

Zie ook: graden (eenheid), temperatuur, hoekmeting, geografische coördinaten, academische graden.