Home

inducertoxiciteit

Inducertoxiciteit is een vorm van toxiciteit die ontstaat wanneer blootstelling aan een stof de expressie en activiteit van metabole enzymen verhoogt. Deze inductie kan leiden tot een verhoogde omzetting van een stof in toxische of reactieve metabolieten, of tot veranderde klaring van andere stoffen, wat de toxiciteitskans vergroot.

Mechanisme: veel inductoren activeren nucleaire receptoren zoals AhR, PXR en CAR. Deze receptoren stimuleren de transcriptie

Voorbeelden: sommige geneesmiddelen, zoals rifampicine, induceren CYP3A4 en kunnen de klaring van andere medicijnen verhogen, wat

Impact en toepassing: in toxicologisch onderzoek en regelgeving wordt inductiepotentieel onderzocht met in vitro hepatocytmodellen en

Beheer: voorkomen of beperken van blootstelling aan inductoren, dosisaanpassing, of het vermijden van combinatiegebruik met potentieel

van
onder
meer
fase
I-
en
fase
II-enzymen,
waaronder
cytochroom
P450-enzymen
(bijv.
CYP1A2,
CYP3A4,
CYP2E1)
en
conjugatietenzymen.
Het
gevolg
kan
zijn
verhoogde
vorming
van
oxidatieve
of
covalent
reagerende
metabolieten,
of
juist
gewijzigde
activatie
of
afbraak
van
stoffen.
tot
ongewenste
bijwerkingen
of
verminderde
werkzaamheid
kan
leiden.
Inductie
kan
ook
bestaande
toxiciteit
verergeren
door
meer
vormen
van
een
toxische
metaboliet
aan
te
maken;
bij
andere
situaties
kan
inductie
de
afbraak
van
een
schadelijke
stof
versnellen
en
zo
juist
dosis-
of
blootstellingsniveaus
beïnvloeden.
in
vivo
studies,
en
met
klinische
monitoring
bij
combinatiebehandeling.
Individuele
factoren
zoals
genetische
polymorfismen
in
CYP-enzymen,
leeftijd,
voeding
en
ziekte
kunnen
de
ernst
van
inductietoxiciteit
beïnvloeden.
indikerende
stoffen,
waar
mogelijk
alternatieven
kiezen.