geneesmiddelcompatibiliteit
Geneesmiddelcompatibiliteit verwijst naar de mogelijkheid om twee of meer geneesmiddelen, oplosmiddelen of infusiecomponenten gelijktijdig toe te dienen zonder nadelige effecten voor veiligheid of werkzaamheid. Compatibiliteit omvat drie hoofdaspecten: fysieke compatibiliteit, chemische compatibiliteit en microbiologische veiligheid. Fysieke compatibiliteit gaat over zichtbare veranderingen in de oplossing, zoals troebel worden, verkleuring of precipitatie, terwijl chemische compatibiliteit betrekking heeft op afbraak van actieve bestanddelen en de vorming van mogelijke bijproducten. Microbiologische veiligheid houdt rekening met contaminatie en houdbaarheid van steriele infusies.
In de klinische praktijk is geneesmiddelcompatibiliteit vooral van belang bij intraveneuze toediening en bij gebruik van
Factoren die compatibiliteit bepalen zijn onder meer pH en gewenste oplossingen (zoals zoutoplossingen of glucoseoplossingen), concentraties,
Samenvattend is geneesmiddelcompatibiliteit cruciaal voor veiligheid en effectiviteit van medicatietoediening en vraagt om systematische evaluatie, actuele