exportbestanden

Exportbestanden zijn databestanden die ontstaan bij het exporteren van gegevens uit een softwaretoepassing, database of systeem. Ze worden gebruikt om data te verplaatsen, uit te wisselen tussen systemen of gegevens te migreren naar een nieuw platform. Het doel is interoperabiliteit: de bestanden kunnen daarna in andere software of processen worden geïmporteerd en verder verwerkt.

Veel gebruikte formaten zijn CSV, TSV, JSON, XML en XLSX. Voor rapportage kan ook een PDF worden geëxporteerd. Een export bevat doorgaans rijen en kolommen met een kopregel en kan tekst- of getalvelden bevatten; de exacte structuur hangt af van de bron en het doelsysteem. Tekst kan in diverse encoderingen voorkomen, meestal UTF-8, wat ook speciale tekens ondersteunt. Delimiters bij CSV of TSV moeten consistent zijn om correct geladen te kunnen worden. Datum- en decimale notatie kan verschillen tussen systemen en vereist mapping.

Proces en beheer: export gebeurt meestal via een exportfunctie in de applicatie, via API's of via ETL-tools. Exportbestanden kunnen handmatig worden aangemaakt of automatisch worden gepland als onderdeel van een dataworkflow. Bij migratieprojecten worden vaak meerdere bestanden geëxporteerd en samengevoegd.

Overwegingen: bij gevoelige of persoonsgebonden data moet toegang tot exportbestanden worden afgedwongen en vaak versleuteld opgeslagen. Het is belangrijk om de gegevens te valideren na export, bijvoorbeeld door consistente rijen en kolommen te controleren en door import in de doelomgeving te testen. Problemen zoals karaktercodering, datumformaat of decimatie kunnen leiden tot fouten bij import.