verplaatsen
Verplaatsen is een Nederlands werkwoord met de kernbetekenis om iets van de ene plek naar de andere te brengen of van een plek te verhuizen. Het woord is opgebouwd uit het voorvoegsel ver- en plaatsen (to place). De bijbehorende nominale vorm is verplaatsing, die verwijst naar de handeling van bewegen of de afstand die is afgelegd.
Verplaatsen heeft verschillende toepassingsgebieden. In het dagelijks taalgebruik gebeurt het bij het verplaatsen van objecten, zoals
In wetenschappelijke en wiskundige contexten wordt vaak onderscheid gemaakt tussen verplaatsen als handeling en verplaatsing als
In informatica enICT wordt verplaatsen gebruikt voor het verplaatsen van bestanden of mappen binnen een bestandssysteem,
Conjugatie (tegenwoordige tijd): ik verplaats, jij verPlaast, hij/zij verplaatst, wij verplaatsen, jullie verplaatsen, zij verplaatsen. Verleden