eigennaamwoorden

Eigennaamwoorden zijn woorden die specifieke, unieke entiteiten aanduiden en zodoende de naam zelf vormen. Ze onderscheiden zich van gewone zelfstandige naamwoorden doordat zij naar een individueel persoon, een plaats, een organisatie of een merk verwijzen. In het Nederlands worden ze vrijwel altijd met hoofdletter geschreven.

Typen van eigennaamwoorden omvatten: persoonsnamen (bijv. Anna Janssen), plaatsnamen (Amsterdam, België), instituten en organisaties (Universiteit van Leiden, Nike) en merknamen (IBM, Tesla). Ook geografische of historische benamingen vallen hieronder (de Jordaan, de Verenigde Naties).

Grammaticale eigenschappen: het merendeel van eigennaamwoorden wordt in de zin niet verbogen voor getal of andere grammaticale categorieën; ze vormen meestal de kern van een naamwoordelijke woordgroep en kunnen in zinnen dienen als onderwerp, lijdend voorwerp of bijvoeglijke bepaling. Sommige namen dragen wel een bepaald lidwoord in bepaalde contexten of dialecten, bijvoorbeeld bij regionale verwijzingen zoals 'de Jordaan' of bij vaste eigennamen in meervoudsgebruik zoals 'de Verenigde Staten'.

Spelling en variatie: de hoofdregel is hoofdlettergebruik en vaste vorm. Nieuwe eigenamen worden volgens de standaard spelling opgenomen en behouden meestal een stabiele schrijfwijze.