Home

bloedmetingen

Bloedmetingen, oftewel bloedonderzoek, verwijzen naar het analyseren van een bloedmonster om de gezondheid te beoordelen, afwijkingen te diagnosticeren en de werking van behandelingen te volgen. Een monster wordt meestal afgenomen via veneuze punctie uit een ader in de arm; bij kinderen of spoedgevallen kan ook een vingerprik of een andere methode worden gebruikt. Het verzamelde bloed wordt naar een laboratorium gestuurd waar diverse analyses plaatsvinden met verschillende technieken. De uitslagen worden vergeleken met referentiewaardes die afhankelijk zijn van leeftijd, sekse, klinische context en de gebruikte methode.

Veel voorkomende testcategorieën zijn: hematologie, waaraan de volledige bloedtelling (aantal en types van bloedcellen), hemoglobine en

Interpretatie van resultaten vereist klinische context. Referentiewaarden verschillen per laboratorium en individuele factoren spelen een rol.

Resultaten worden doorgaans door de huisarts, internist of specialist beoordeeld en helpen bij het bepalen van

hematocriet
omvat;
biochemie,
die
metingen
zoals
bloedglucose,
elektrolyten,
nierfunctie
(creatinine,
ureum),
leverfunctie
(AST/ALT,
bilirubine)
en
lipiden
kan
omvatten;
en
endocrinologie,
met
parameters
zoals
TSH
en
vrije
T4.
Aanvullende
tests
kunnen
ferritine,
ijzerstatus,
vitamine
B12,
foliumzuur
of
HbA1c
omvatten,
evenals
gespecialiseerde
onderzoeken
afhankelijk
van
de
klinische
vraag.
Afwijkingen
kunnen
door
tijdelijke
factoren
worden
veroorzaakt
(voeding,
medicatie,
stress,
infectie)
en
vereisen
vaak
herhaling
of
aanvullende
testen.
Pre-analytische
factoren
zoals
het
vasten,
tijdstip
van
afname
en
correcte
verzending
beïnvloeden
de
nauwkeurigheid.
een
zorgtraject.
Bloedmetingen
zijn
ondersteunend
bij
diagnostiek
en
monitoring,
en
privacy
van
labgegevens
is
meestal
strikt
beschermd.