bijzinnen
Bijzinnen, ook wel onderschikkende bijzinnen genoemd, zijn bijzinnen die niet zelfstandig een zin kunnen vormen. Ze hangen af van een hoofdzin en worden verbonden met die hoofdzin door een onderschikkend voegwoord of een betrekkelijk voornaamwoord. In het Nederlands worden bijzinnen in twee hoofdtypes onderscheiden: bijvoeglijke bijzin en bijwoordelijke bijzin. Elke soort vervult daarbinnen een verschillende functie.
Een bijvoeglijke bijzin (relatieve bijzin) geeft extra informatie over een zelfstandig naamwoord in de hoofdzin. Ze
Een bijwoordelijke bijzin (adverbiale bijzin) levert informatie over de omstandigheid van de hoofdhandeling: tijd, oorzaak, voorwaarde,
In de syntaxis kan een bijzin voorop of achter de hoofdzin staan. Als de bijzin voorop staat,