voegwoorden
Voegwoorden (vroeger ook wel verbindingswoorden genoemd) zijn woorden die zinnen of zinsdelen met elkaar verbinden en zo de samenhang in een tekst verbeteren. In het Nederlands onderscheiden taalkundigen drie hoofdgroepen: nevenschikkende voegwoorden, onderschikkende voegwoorden en betrekkelijke voegwoorden.
Nevenschikkende voegwoorden verbinden twee hoofdzinnen van gelijke rang. Voorbeelden zijn en, maar, of, want en dus.
Ondererschikkende voegwoorden maken een bijzin afhankelijk van een hoofdzin en geven vaak grammaticale functies zoals oorzaak,
Betrekkelijke voegwoorden introduceren betrekkelijke bijzinnen die een antecedent in de hoofdzin nader beschrijven. Veelvoorkomende betrekkelijke voegwoorden
Overgangen en interpunctie doelen op duidelijkheid en leesbaarheid. Nevenschikkende voegwoorden houden de structurele gelijkwaardigheid tussen clauses