Home

bijnierfunctie

Bijnierfunctie verwijst naar de werking van de bijnieren, twee kleine klieren boven de nieren. De bijnieren bestaan uit een buitenste cortex en een merg erin. Ze produceren hormonen die betrokken zijn bij de stressrespons, stofwisseling, zout- en vochtbalans en de bloeddruk.

De bijnenschors maakt glucocorticoïden zoals cortisol, mineralocorticoïden zoals aldosteron en androgene hormonen. Cortisol reguleert het glucose-

Het bijnmerg produceert catecholaminen zoals adrenaline en noradrenaline, die bij acute stress zorgen voor een snelle

Regulatie verloopt via de hypothalamus-hypofyse-bijnier as (HPA-as). CRH uit de hypothalamus stimuleert ACTH uit de hypofyse,

Veelvoorkomende aandoeningen zijn bijnierinsufficiëntie (primaire Addison-ziekte of secundaire insufficiëntie) en een bijniercrisis. Symptomen zijn vermoeidheid, spierzwakte

Overmatige bijnierfunctie kan leiden tot het Cushing-syndroom (overmaat aan cortisol), hyperaldosteronisme (overmaat aan aldosteron, met hypertensie

Diagnostiek omvat ochtendcortisol, ACTH-concentratie, ACTH-stimulatietest en dexamethason-suppressietest, plasma renine en aldosteron, en 24-uurs urine cortisol. Behandeling

en
eiwitmetabolisme,
modereert
ontstekingen
en
bereidt
het
lichaam
voor
op
stress.
Aldosteron
reguleert
natrium-
en
kaliumuitscheiding
en
daarmee
de
bloeddruk.
stijging
van
hartslag
en
bloeddruk
en
extra
beschikbaarheid
van
glucose.
wat
de
bijnier
cortex
aanzet
tot
cortisolproductie.
Cortisol
geeft
negatieve
terugkoppeling.
De
afgifte
van
aldosteron
wordt
voornamelijk
geregeld
door
het
renine-angiotensine-systeem
en
door
kaliumspiegels.
en
lage
bloeddruk;
bij
primaire
insufficiëntie
kan
hyperpigmentatie
optreden.
Behandeling
omvat
vervanging
van
glucocorticoïden
en,
indien
nodig,
mineralocorticoïden.
en
hypokaliemie)
en
pheochromocytomen,
wat
episodische
hypertensie,
hartkloppingen
en
hoofdpijn
kan
veroorzaken.
Diagnose
gebeurt
met
hormoonmetingen
en
beeldvorming;
behandeling
varieert
van
medicatie
tot
chirurgie.
is
afhankelijk
van
de
aandoening
en
kan
langdurige
opvolging
en
dosisaanpassingen
vereisen.