Home

Toestandsveranderingen

Toestandsveranderingen zijn transities tussen de verschillende toestanden waarin materie zich kan bevinden. Gewoonlijk gaat het om vast, vloeibaar en gasvormig, maar onder extreme omstandigheden kunnen ook andere toestanden voorkomen, zoals plasma. Deze veranderingen treden op wanneer de externe omstandigheden, zoals temperatuur en druk, veranderen en de energie-inhoud van de deeltjes wijzigt. Het verloop hangt af van het pad in de temperatuur- en drukruimte.

Belangrijke typen omvatten smelten (vast naar vloeistof), bevriezen (vloeistof naar vast), verdampen of koken (vloeistof naar

Fase-diagrammen tonen bij welke combinatie van temperatuur en druk welke toestand stabiel is, met het triple

gas),
condenseren
(gas
naar
vloeistof),
stollen
(vloeistof
naar
vast),
sublimatie
(vast
naar
gas)
en
de
depositie
(gas
naar
vast).
Overgangen
gaan
gepaard
met
latente
warmte,
waardoor
de
temperatuur
tijdens
de
wissel
van
toestand
meestal
niet
direct
verandert.
De
precieze
temperatuur
van
een
overgang
hangt
af
van
de
druk;
bij
constante
druk
is
de
overgangsdruk
voor
een
stof
vast,
wat
zichtbaar
wordt
in
fase-diagrammen.
point
waar
drie
toestanden
in
evenwicht
zijn
en
het
kritieke
punt
waar
vloeistof
en
gas
niet
langer
te
onderscheiden
zijn.
Toestandsveranderingen
spelen
een
cruciale
rol
in
onder
meer
koelsystemen,
distillatie,
meteorologie
en
materiaalwetenschap.
Het
begrip
helpt
bij
het
ontwerpen
van
processen
en
het
verklaren
van
natuurlijke
verschijnselen
zoals
smelten
van
sneeuw
en
wolkenvorming.