Home

Thrombozytenhemmer

Thrombozytenhemmer, ook wel antiplateletmedicatie genoemd, is een groep geneesmiddelen die de werking van bloedplaatjes remt om de vorming van bloedstolsels te voorkomen. Ze richten zich vooral op de primaire hemostase en hebben doorgaans minder invloed op de stollingsfactoren dan anticoagulantia.

De belangrijkste klassen omvatten acetylsalicylzuur (aspirine), P2Y12-receptorantagonisten zoals clopidogrel, prasugrel en ticagrelor, en GP IIb/IIIa-remmers zoals

Toepassingen zijn onder meer de preventie van ischemische gebeurtenissen bij atherosclerotische ziekten, behandeling van acuut coronair

Veiligheid en bijwerkingen zijn belangrijk; het belangrijkste nadeel is bloedingsrisico, waaronder gastro-intestinale en intracraniële bloedingen. Het

abciximab,
eptifibatide
en
tirofiban.
Daarnaast
zijn
er
anti-aggregantia
zoals
dipyridamole
en
cilostazol.
Aspirine
werkt
door
irreversibele
remming
van
COX-1
in
bloedplaatjes,
waardoor
de
aanmaak
van
thromboxane
A2
afneemt.
P2Y12-antagonisten
blokkeren
ADP-geïnduceerde
plaatjesactivatie,
terwijl
GP
IIb/IIIa-remmers
de
laatste
gemeenschappelijke
stap
van
plaatjesaggregatie
voorkomen.
Dipyridamole
en
cilostazol
verhogen
intracellulair
cAMP
en
verminderen
zo
de
plaatjesaggregatie.
syndroom
en
na
percutane
coronaire
interventie
of
stentplaatsing.
Langdurig
gebruik
van
aspirine,
vaak
in
lage
dosering,
en
P2Y12-inhibitie
vormen
samen
de
zogenaamde
dual
antiplatelet
therapy
(DAPT)
in
bepaalde
situaties.
Beroertepreventie
kan
door
combinatie
van
aspirine
en
dipyridamole
of
door
individuele
P2Y12-inhibitie
worden
overwogen.
risico
kan
toenemen
bij
combinatie
met
NSAIDs
of
anticoagulantia.
Contra-indicaties
bestaan
bij
actief
bloedverlies
en
bij
ernstige
lever-
of
nierfunctiestoornissen.
De
keuze
voor
dosis
en
duur
van
therapie
wordt
afgestemd
op
de
indicatie
en
het
bleedsrisico.