Home

stentplaatsing

Stentplaatsing, ook wel stenting genoemd, is een medische ingreep waarbij een buisvormig implantaat (stent) in een vernauwde of afgesloten slagader of kanaal wordt geplaatst om de doorstroming te herstellen. Het kan endovasculair (via de huid, meestal percutaan) gebeuren of tijdens open chirurgie, afhankelijk van het gebied en de anatomie. Veelvoorkomende plaatsen zijn de coronairarteriën (hart), perifere slagaders in armen of benen, de halsslagaders (carotis) en ducts zoals galgangen, slokdarm en urinewegen.

De procedure omvat meestal het plaatsen van een katheter met een ballon naar de vernauwing. Na positionering

Voordelen zijn het verlichten van klachten zoals pijn bij inspanning en verbetering van de doorstroming of

Herstel is doorgaans kort en de ziekenhuisopname varieert; in veel gevallen kan de ingreep poliklinisch plaatsvinden.

wordt
de
ballon
opgeblazen
om
de
stent
tegen
de
wand
te
drukken
en
daarna
verwijderd.
Bij
sommige
stents
is
de
stent
zelf
self-expanding.
Stents
zijn
verkrijgbaar
als
bare-metal
en
drug-eluting
(met
antiproliferatieve
medicijnen)
en
in
verschillende
materialen
(staal,
nitinol,
cobalt-chromium).
Voor
galwegen-,
slokdarm-
of
urinewegstenting
worden
vergelijkbare
technieken
toegepast,
met
aanpassingen
per
anatomie.
afvoer.
Drug-eluting
stents
kunnen
restenose
helpen
verminderen,
vooral
in
coronair
en
perifere
slagaders.
Nadelen
zijn
restenose,
stenttrombose,
migratie,
fractuur,
bloeding
en
infectie.
Sommige
patiënten
hebben
langdurige
antiplatelet-therapie
nodig.
Belangrijke
overwegingen
zijn
indicatie,
locatie,
stenttype
en
de
benodigde
antitrombose-
of
antiplatelettherapie,
evenals
follow-up
en
beeldvorming.