Tepelhuid

Tepelhuid is de huid die de tepel en de tepelhof (areola) bedekt. Het vormt een dunne, sensibele beschermlaag die de overgang tussen buitenwereld en borstweefsel markeert. De tepelhuid kan in kleur en textuur verschillen tussen personen en in de loop van het leven veranderen.

Anatomie en functie: De tepel zelf is een prominente structuur waar melkkanalen uitkomen, en de tepelhof bevat Montgomery-klieren die talg afscheiden om de huid soepel te houden en te beschermen tegen irritatie. De huid rondom de tepel is dun en kwetsbaar voor wrijving, droogte en irritatie. De tepelhuid speelt een rol bij verzorging en bevordert comfort rondom borstvoeding.

Veelvoorkomende aandoeningen en verschijnselen: Irritant contactdermatitis door zeep, parfum, cosmeticaproducten of kleding kan leiden tot roodheid, jeuk en schilfering van de tepelhuid. Eczeem kan ook voorkomen. Bij borstvoeding kan candidiasis (schimmel) optreden, met jeuk en branderigheid of roodheid. Barstjes of fissuren komen vaak voor door wrijving en droogte. Zeldzaam maar belangrijk is Paget’s ziekte van de tepel, een vorm van borstkanker die zich kan presenteren als een eczeemachtige uitslag en medische evaluatie vereist bij aanhoudende veranderingen.

Diagnose en behandeling: Een huisarts of dermatoloog kan op basis van uiterlijk en klachten een diagnose stellen. Behandeling richt zich op het vermijden van irriterende factoren, regelmatige milde huidverzorging en vochtinbrengende crèmes. Voor dermatitis kunnen milde topische corticosteroïden onder toezicht worden gebruikt; bij candida is een antifungale zalf geschikt. Voor fissuren bestaan beschermende barrières en aanpassing van borstvoedingstechnieken. Bij aanhoudende of verontrustende symptomen is verder onderzoek nodig, mogelijk inclusief beeldvorming of biopsie.