Home

SN2reacties

SN2reacties zijn substitutiereacties waarbij een nucleofiel in één concerted stap een leaving group op een koolstof vervangt. De aanval gebeurt vanaf de zijde tegenover de vertrekkende groep ( backside attack ), waardoor de nieuwe binding zich tegelijk met het verlaten van de groep vormt. Er ontstaat geen carbokationintermediair; de reactie gaat rechtstreeks van begin naar eind.

Kinetiek en stereochemie: SN2 is bimoleculair wat betreft snelheid, met rate = k[substraat][nucleofiel]. Indien het reagerende koolstof

Substraat- en oplosmiddelinvloeden: primaire alkylhalogeniden reageren het snelst; secundaire substrates kunnen ook reageren maar E2-ontbinding kan

Relatie met SN1 en E2: SN1 treedt op in polaire protische oplosmiddelen en vormt doorgaans een carbokation,

Toepassingen: SN2 wordt gebruikt voor substitutie met diverse nucleofielen, waardoor halogenide-substituten, alcoholen, amines, thiolen en cyaniden

chiral
is,
levert
SN2
doorgaans
Walden-inversie:
de
configuratie
keert
om.
De
mate
van
inversie
hangt
af
van
substitutie
en
reagents.
concurreren;
tertiaire
substrates
reageren
meestal
traag.
Benzylic
en
allyl
substrates
versnellen
SN2
door
stabilisatie
van
de
overgangstoestand.
Goede
leaving
groups
zijn
I−,
Br−,
Cl−,
tosylate
en
mesylate;
fluoride
is
een
slechte
leaving
group
onder
normale
SN2-condities.
Nucleofielen
variëren
van
CN−
en
SH−
tot
RO−
en
NR2−.
Polar
aprotische
oplosmiddelen
(zoals
acetonitril,
DMF,
DMSO)
versterken
SN2
door
minder
solvatatie
van
het
nucleofiel
vergeleken
met
polair
protische
oplosmiddelen.
wat
leidt
tot
racemisatie.
SN2
verkiest
primair
en
benzylic/allyl
subsstraat,
terwijl
E2
competitie
kan
optreden
bij
sterke
basen
en
meer
substituted
substraten.
kunnen
worden
geïntroduceerd.
Het
mechanisme
is
een
fundamenteel
onderdeel
van
organische
synthese
en
biedt
voorspelbare
stereochemische
uitkomsten
bij
chirale
substraten.