Home

concurreren

Concurreren is een werkwoord in het Nederlands dat betekent: strijden met anderen om hetzelfde doel, zoals een prijs, een positie of een marktaandeel. Het wordt gebruikt in uiteenlopende contexten, waaronder sport, bedrijfsleven, politiek en openbare aanbestedingen. Concurreren kan verwijzen naar een directe competitie tussen partijen of naar een bredere situatie waarin meerdere aanbieders of kandidaten met elkaar wedijveren.

Het werkwoord wordt meestal gevolgd door om of met. Voorbeelden: “bedrijven concurreren om de klant” of “organisaties

Etymologie en verwante termen: concurreren is ontleend aan het Franse concourir, via het Latijnse concurrere, met

Sinonimen en nuance: wedijveren en rivaliseren zijn nauw verwante begrippen. Concurreren impliceert doorgaans een praktische, doelgerichte

Zie ook: concurrentie, concurrent, mededinging, aanbesteding.

concurreren
met
elkaar
om
het
contract.”
In
de
context
van
aanbestedingen
spreken
mensen
vaak
van
aanbieders
die
concurreren
om
een
tender
of
overheidsopdracht.
de
kernbetekenis
van
samen
rennen
of
gelijktijdig
strijden.
In
het
Nederlands
verwant
aan
termen
als
concurrentie,
mededinging
en
concurrent,
die
respectievelijk
het
proces,
de
markt
en
de
partij
beschrijven.
strijd
om
een
resultaat,
vaak
binnen
een
markt
of
competitie.
In
juridisch-
en
economisch-technische
contexten
wordt
vaak
gesproken
van
concurrentie
en
mededinging,
die
bredere
dynamieken
van
markten
beschrijven.