Opvangstort

Opvangstort is een term uit de Nederlandse afval-, sloop- en milieuwetgeving die verwijst naar een ontvangst- en opslagfaciliteit of een praktijk waarbij afval bij een terrein of locatie bij binnenkomst wordt ontvangen en tijdelijk wordt opgeslagen voordat verdere behandeling, recycling of definitieve disposal plaatsvindt. Het begrip impliceert geen eindbestemming van het afval, maar een tussenstap in de keten van inzamelen, sorteren en verwerken.

Functie en toepassing. Een opvangstort fungeert als buffer tussen transport en verwerking. Het doel is veilig en ordelijk ontvangst mogelijk te maken, opslagcapaciteit te controleren, afvalstromen te scheiden en logistieke procedures te volgen. Bij sommige werken kan opvangstort vaste en vloeibare fracties apart opvangen, met aandacht voor stof-, geur- en lekwering. Dergelijke voorzieningen kunnen op industriële locaties, recyclingcentra of bouw- en sloopterreinen voorkomen.

Regelgeving en toezicht. Het plaatsen en exploiteren van een opvangstort gaat normaal gepaard met een vergunning of meldingsplicht onder milieuregels. Eisjes kunnen bestaan uit correcte labeling van afvalstromen, registratie van hoeveelheden en typen afval, opslagbeperkingen, beveiliging tegen morsen en voldoende afwatering of opvangmogelijkheden voor lekkages. Voor gevaarlijke afvalstoffen gelden strengere normen en aanvullende procedures.

Ontwerp en milieubeheer. Een opvangstort is doorgaans voorzien van doordachte drainage, lekbescherming en afscherming tegen weersinvloeden, samen met maatregelen voor stofreductie en geluidsbeheersing. Periodieke controle, reiniging en documentatie zijn gebruikelijk om naleving en traceerbaarheid te waarborgen.

Relatie met andere stappen. Een opvangstort is geen eindstortplaats; het onderscheidt zich van definitieve storting en van louter transporteerverzameling door de focus op ontvangst, tijdelijk beheer en doorverwijzing naar verdere verwerking of dispose.