Neusobstructies

Neusobstructies is de verzamelnaam voor obstakels in de neusholte die het ademhalen door de neus bemoeilijken. De obstructie kan éénzijdig of beide zijden treffen en kan tijdelijk of chronisch zijn.

Veelvoorkomende oorzaken zijn een afwijkend neustussenschot (deviatie van het septum), vergrote neusschelpen (turbinaten), nasale poliepen en chronische rhinosinusitis. Ook allergische rhinitis, infecties, neustrauma of een vreemd voorwerp kunnen leiden tot verstopte neus. Bij kinderen spelen adenoïde hypertrofie en, zelden, tumoren een rol.

Symptomen zijn verstopte of moeilijk ademende neus, verminderd of veranderd reukvermogen, mondademen, snurken en slaapstoornissen, pijn of druk in het gezicht en frequente neus- of bijholteinfecties.

Diagnose gaat meestal uit van klachten en lichamelijk onderzoek. Aanvullend onderzoek kan bestaan uit neusendoscopie en rinoscopie. Bij chronische of complexe gevallen kan beeldvorming zoals een CT-scan van de sinussen en een uitgebreide endoscopische evaluatie nodig zijn.

Behandeling hangt af van de oorzaak. Basismethoden zijn zoutwater-neusspoelingen, intranasale corticosteroïden en korte periodes van orale of intraveneuze corticosteroïden bij poliepen of ontsteking. Antihistaminica en korte periodes van decongestiva kunnen symptomatisch helpen. Infecties worden met antibiotica indien nodig behandeld. Structurele problemen kunnen operaties vereisen, zoals septoplastiek voor een afwijkend septum of turbinatenreductie. Bij kinderen kan adenoïdeectomie de neusademhaling verbeteren. Zeldzame neustumoren vereisen gespecialiseerde behandeling en vaak gecombineerde therapie.

De prognose varieert op basis van oorzaak en behandeling; veel patiënten ervaren significante verbetering, maar bij chronische aandoeningen kunnen klachten terugkeren. Preventie richt zich op het behandelen van allergieën, vermijden van irriterende stoffen en goede neuszorg.