Netwerkmodellen
Netwerkmodellen zijn wiskundige en computationele representaties van systemen waarin onderdelen (knopen) met elkaar in verbinding staan via relaties (randen). In de basis krijgt een netwerk de vorm van een grafiek, waarin knopen entiteiten voorstellen en randen de relaties tussen hen weergeven. Netwerkmodellen worden gebruikt om de structuur en dynamiek van complexe systemen te begrijpen, zoals sociale netwerken, biologische systemen, communicatienetwerken en transportinfrastructuur.
Kenmerken en varianten: Netwerken kunnen statisch of dynamisch zijn, gericht (directed) of ongericht (undirected), gewogen of
Generatieve modellen en analysemethoden: Voorbeelden van generatieve modellen zijn Erdős–Rényi-netwerken, klein-wereldnetwerken ( Watts–Strogatz) en schaalvrije netwerken (Barabási–Albert).
Toepassingen en domeinen: Netwerkmodellen worden toegepast in sociologie, epidemiologie, informatica, biologie, transport en infrastructuurplanning. Ze worden
Beperkingen en uitdagingen: De juiste abstractie maken is lastig; data kunnen biases bevatten of incompleet zijn,