Home

schaalvrije

Schaalvrije netwerken zijn netwerken waarvan de verdeling van knoopgraad P(k) vaak een machtige wet volgt, meestal aangeduid als een machtspreconditie: P(k) ~ k^{-γ}. Dit betekent dat er veel knopen met weinig verbindingen zijn en enkele knopen met aanzienlijk veel verbindingen, oftewel hubs. De term schaalvrij verwijst naar de eigenschap dat de algemene vorm van de verdeling blijft bestaan onder schalering, wat kenmerkend is voor machtige verdelingen.

De meeste schaalvrije modellen ontstaan door groeiprocessen waarbij nieuwe knopen eerder koppelen aan knopen die al

Eigenschappen van schaalvrije netwerken zijn onder meer een korte gemiddelde padlengte en een hoge kans op

Voorbeelden omvatten het wereldwijde web, sommige sociale-netwerken en bepaalde biologische netwerken. In de literatuur bestaan aanzienlijke

veel
verbindingen
hebben
(preferentiële
attaching).
Een
bekend
model
is
het
Barabási–Albert-model,
waarin
nieuwkomers
met
een
zekere
kans
kiezen
voor
hubs,
waardoor
een
paar
knopen
snel
veel
verbindingen
verzamelen.
In
de
praktijk
kan
γ
in
de
orde
van
2
tot
3
liggen,
afhankelijk
van
het
model
en
de
data.
de
aanwezigheid
van
hubs.
Ze
zijn
robuust
tegen
willekeurige
uitval
van
knopen,
maar
juist
kwetsbaar
voor
gerichte
aanvallen
op
de
hubs.
Real-world
netwerken
vertonen
vaak
een
approximate
schaalvrijheid
en
ondervinden
finite-size
effecten;
niet
elk
netwerk
volgt
strikt
een
machtige
verdeling
over
het
volledige
bereik
van
k.
discussies
over
de
mate
van
schaalvrijheid
in
echte
systemen,
en
over
hoe
nauwkeurig
modelleerbaar
de
verdelingen
zijn
op
meetdata.