Home

schaalvrij

Schaalvrij, in de context van netwerktheorie, verwijst naar netwerken waarvan de graaddistributie P(k) een machtwet volgt: P(k) ∝ k^-γ. In zulke netwerken bestaan er relatief weinig knopen met een hoge graad (hubs) en een grote groep knopen met beperkte verbindingen. Daardoor ontbreekt een karakteristieke schaal in de verdeling en vertoont het netwerk op meerdere schalen soortgelijke structurele patronen.

De term is vooral bekend uit modellen van groeiende netwerken met preferential attachment, geïntroduceerd door Barabási

In de praktijk is de mate waarin echte netwerken schaalvrij zijn onderwerp van debat. Sommige empirische waarnemingen

Eigenschappen en implicaties: schaalvrije netwerken bevatten hubs die de structuur en dynamiek sterk beïnvloeden. Ze zijn

Toepassingen: begrip van internet-topologie, sociale netwerken en biomedische netwerken; gebruik in modellen van groei, dynamiek en

en
Albert
in
1999.
In
deze
benadering
sluiten
nieuwe
knopen
zich
vaker
aan
bij
knopen
die
al
veel
verbindingen
hebben,
wat
leidt
tot
een
machtige
staart
in
de
graaddistributie.
Sindsdien
zijn
er
varianten
onderzocht
die
aanvullende
mechanismen
zoals
fitness,
veroudering
en
beperkingen
in
koppeling
verkennen.
tonen
machtenwetachtige
staarten,
maar
vaak
over
beperkte
bereiken
of
onder
invloed
van
biases
en
finite-size-effecten.
Daarom
spreken
sommige
onderzoekers
liever
van
machtwetige
verdelingen
dan
van
strikte
schaalvrijheid.
doorgaans
robuust
tegen
willekeurige
storingen,
maar
kwetsbaar
voor
gerichte
aanvallen
op
de
hubs.
Bovendien
komen
in
dergelijke
netwerken
vaak
hoge
clustering
en
duidelijke
community-structuren
voor,
hoewel
deze
kenmerken
kunnen
variëren
afhankelijk
van
de
specifieke
realisatie.
veerkracht.