Home

Inhoudswoordklassen

Inhoudswoordklassen is een term uit de Nederlandse grammatica die verwijst naar de woordklassen die inhoud geven aan zinnen. Het gaat om de zogeheten inhoudswoorden, ook wel open woordklassen genoemd: zelfstandig naamwoord, werkwoord, bijvoeglijk naamwoord, bijwoord en telwoord. Deze klassen kunnen relatief gemakkelijk nieuwe woorden aannemen en passen in diverse zinsverbanden; samen vormen ze de kern van de betekenis in taal.

Zelfstandig naamwoord geeft personen, voorwerpen of ideeën aan. Ze hebben meervoudsvormen en gaan samen met lidwoorden

Werkwoord uitdrukt een handeling, gebeurtenis of toestand en wordt vervoegd voor tijd, persoon en getal. Infinitief

Bijvoeglijk naamwoord verleent kenmerken aan een zelfstandig naamwoord en kan predicatief of attributief gebruikt worden. Attributieve

Bijwoord wijst op wijze, tijd, plaats of frequentie en kan een werkwoord, een bijvoeglijk naamwoord of een

Telwoord geeft aantallen of rangorde aan en vormt een aparte klasse met kardinale en ordinale telwoorden. Voorbeelden:

Inhoudswoordklassen vormen samen de kern van de betekenisdragende woorden en staan als open klassen tegenover de

zoals
de
en
het,
afhankelijk
van
het
soort
zelfstandig
naamwoord.
Voorbeelden:
man,
huis,
vrijheid.
eindigt
meestal
op
-en
of
-n,
en
werkwoorden
kunnen
samen
met
hulpwerkwoorden
hebben
of
zijn
gebruikt
in
samengestelde
tijden.
Voorbeelden:
lopen,
eten,
is.
bijvoeglijke
naamwoorden
krijgen
vaak
-e
in
bepaalde
contexten
(de
grote
auto)
en
soms
zonder
definit
artikel
(een
grote
auto)
geen
-e.
Voorbeelden:
groot,
mooi,
oud.
hele
zin
bewerken.
Voorbeelden:
snel,
vandaag,
altijd.
drie,
eerste,
tiende.
gesloten
functiewoorden
zoals
lidwoorden
en
voorzetsels.