Home

Goudstandaard

Goudstandaard is een monetaire regeling waarbij de waarde van een landse munt of bankbiljet is vastgezet aan een vaste hoeveelheid goud. In zo’n systeem kunnen munten en bankbiljetten ingewisseld worden voor goud tegen een overeengekomen prijs, waardoor het aanbod van geld samenhangt met de goudreserves van de overheid of centrale bank. De goudstandaard vergemakkelijkte lange termijn stabiliteit van wisselkoersen en gaf het monetair gezag minder vrijheid om de economie te beïnvloeden via schulden of geldcreatie.

In de negentiende eeuw werd de goudstandaard wereldwijd breed toegepast, met landen als Groot-Brittannië, Frankrijk, Duitsland

Na de Tweede Wereldoorlog ontstond een nieuw systeem onder Bretton Woods, waarbij valuta hun waarde in dollars

en
de
Verenigde
Staten
die
hun
valuta
aan
goud
koppelden.
Tijdens
de
Eerste
Wereldoorlog
werden
convertibiliteit
en
gouduitgifte
tijdelijk
onderbroken.
Na
de
oorlog
probeerden
sommige
landen
terug
te
keren
naar
de
gouden
regel,
maar
de
crisis
van
de
jaren
dertig
maakte
een
definitieve
terugkeer
vaak
onhaalbaar.
Veel
landen
verlieten
de
goudstandaard
tijdens
die
periode
of
daarna,
omdat
flexibiliteit
in
het
monetaire
beleid
nodig
was
om
de
economie
te
kunnen
sturen.
kregen
en
de
dollar
op
zijn
beurt
aan
goud
was
gekoppeld.
In
1971
werd
de
goudconversibiliteit
van
de
dollar
beëindigd
en
schakelden
de
meeste
landen
over
op
fiatgeld
met
onafhankelijk
monetair
beleid.
Tegenwoordig
kent
praktisch
geen
land
een
volledige
goudstandaard;
goud
blijft
wel
een
belangrijke
reservespiegel
en
beleggingsgrondstof,
en
sommige
critici
pleiten
nog
wel
voor
een
terugkeer
naar
koppeling
aan
goud.
Voorstanders
zien
voordelen
zoals
prijsstabiliteit
en
beperking
van
inflatie,
tegenstanders
wijzen
op
gebrek
aan
flexibiliteit
tijdens
economische
schokken.