Home

koppelden

Koppelden is de eenvoudige verleden tijd van het Nederlandse werkwoord koppelen, dat betekent verbinden, koppelen of samenvoegen. Het woord wordt gebruikt wanneer twee of meer zaken in het verleden aan elkaar zijn gezet of aan elkaar zijn gekoppeld. Als regelmatige zwakke werkwoord heeft koppelen verschillende verleden-tijden. De enkelvoudsvormen zijn ik koppelde, jij koppelde en hij/zij/het koppelde. De meervoudsvormen zijn wij koppelden, jullie koppelden en zij koppelden. De gevraagde vorm koppelden verschijnt dus wanneer het onderwerp meervoud is of wanneer een handeling in het verleden door meerdere partijen werd uitgevoerd.

Koppelden wordt vaak gebruikt in technische, logistieke en organisatorische contexten. Voorbeelden: een fabriek koppelde twee systemen

Etymologie en verwante termen: koppelen is afgeleid van het zelfstandig naamwoord koppeling, wat de daad van

Zie ook: koppelen, koppeling, verbinding, aan elkaar koppelen.

aan
elkaar;
de
treinen
koppelden
aan
elkaar
zodat
ze
met
een
veilige
afstand
konden
vertrekken;
twee
datasets
koppelden
aan
een
gemeenschappelijke
sleutel.
In
combinatie
met
het
voorzetselwerkwoord
aan
elkaar
kan
de
uitdrukking
“aan
elkaar
koppelen”
als
constructie
worden
gezien,
waarbij
de
prefix
aan
elkaar
vaak
gescheiden
wordt
in
sommige
zinswendingen
(bijvoorbeeld:
de
twee
apparaten
werden
aan
elkaar
gekoppeld).
verbinden
of
koppelen
aanduidt.
Het
werkwoord
wordt
in
grote
lijnen
analogisch
gevormd
met
andere
regelmatige
werkwoorden
in
het
Nederlands.
Verwante
termen
zijn
koppeling,
koppelpunt
en
verbinding,
die
allemaal
verband
houden
met
het
idee
van
koppelen.