Emboliseren

Emboliseren is een medische ingreep waarbij een stof wordt ingebracht in een bloedvat om het occlusief af te sluiten. Het doel is om de bloedtoevoer naar een bepaald gebied te verminderen of te stoppen, bijvoorbeeld om bloedingen te beheersen of een tumor of afwijking van de doorbloeding te ontdoen. De ingreep wordt meestal uitgevoerd door een interventional radioloog onder beeldvorming, vaak fluoroscopie, via een arteriële toegang zoals in de lies of pols.

Indicaties voor embolisatie zijn onder meer het stoppen van hevige bloedingen na trauma, chirurgie of partus, de devascularisatie van tumoren of fibromen, en het beperken van bloedverlies tijdens operaties. Daarnaast wordt embolisatie toegepast bij arterioveneuze malformaties, voor palliatieve doeleinden bij oncologie, of als onderdeel van gecombineerde therapieën zoals chemo-embolisatie of bestraling-embolisatie.

Technieken en materialen variëren. Embolische agentia omvatten mechanische hulpmiddelen zoals coils en vaatpluggen; Particulaten zoals polyvinylalcohol-deeltjes of microsferen; vloeibare middelen zoals n-butylcyanoacrylaat lijm of ethanol; en sponsachtige materialen zoals gelatine-sponjes. De keuze hangt af van het doelgebied, de grootte van de vaten en de gewenste duur van de occlusie. Tijdens de procedure maakt de arts gebruik van katheters die tot in de proximale of superselectieve levertakken van de slagaders worden gebracht, meestal onder lokale anesthesie, gevolgd door post-embolisatie beeldvorming.

Risico’s en bijwerkingen komen vaak voor en omvatten pijn, koorts en het post-embolisatie-syndroom, evenals lokale of niet-e-gerichte weefselischemia, infectie en vaatbeschadiging. De uitkomsten variëren per indicatie; bijvoorbeeld embolisatie bij fibromen kan symptomen doen afnemen, terwijl oncologische embolisatie de tumorgolving kan verminderen maar meestal geen genezing oplevert. De procedure vereist gespecialiseerde apparatuur en expertise en is niet voor iedere patiënt geschikt.