Australische

Australische is in het Nederlands een bijvoeglijk naamwoord met de betekenis “Australisch” of “ uit Australië komend”. Het wordt gebruikt om zaken te beschrijven die met Australië te maken hebben of afkomstig zijn uit Australië, zoals cultuur, dieren, steden of producten. Voorbeelden zijn bijvoorbeeld de Australische cultuur, Australische dieren en Australische steden. In dagelijkse zinsbouw verschijnt Australische meestal vóór het zelfstandig naamwoord in een hoofdnaamwoordelijke combinatie.

De basisvorm van de adjectief is Australisch. Australische is de inflecteerde vorm die je tegenkomt bij vrouwelijke of meervoudige verwijzingen en in veel definitieve zinsverbanden, zoals in de zinnen de Australische cultuur en de Australische reiziger. In andere grammaticacontexten kan de vorm van de adjektief variëren, afhankelijk van de definitie en het geslacht van het zelfstandig naamwoord waaraan het is gekoppeld. Over het algemeen volgt Australisch de gewone regels voor -isch-adjectieven in het Nederlands.

Etymologisch gezien komt Australische van het stamwoord Austral- (afgeleid van het Latijnse australis, ’zuidelijk’), met de gebruikelijke Nederlandse uitgang -isch/ -ische. De term weerspiegelt de oorspronkelijke relatie van de naam Australië met Terra Australis, de historische aanduiding voor een zuidelijk land. In het Nederlands wordt Australische dus gebruikt als standaard beschrijvend begrip voor alles wat met Australië te maken heeft.

Zie ook: Australië, Australiër (naar een inwoner van Australië), Australisch Engels, Terra Australis.