adjektief

Een adjektief is een woordsoort die een eigenschap of kenmerk van een zelfstandig naamwoord uitdrukt. In het Nederlands beschrijven adjektieven eigenschappen zoals kleur, maat, vorm en kwaliteit en ze kunnen zowel attributief vóór het zelfstandig naamwoord voorkomen als predicatief achter een koppelwerkwoord zoals zijn of worden. Bijvoorbeeld: een rode appel (attributief) en de appel is rood (predicatief). In attributieve positie stemmen adjektieven meestal mee met het geslacht en getal van het noun, en bij determinatoren als de, het of een krijgen ze vaak de uitgang -e: de grote auto, een grote auto, het grote huis.

Graden en zinsbouw: adjektieven hebben de positieve vorm en kunnen in de vergrotende en de overtreffende trap staan, zoals groot – groter – grootste; goed – beter – best; veel – meer – meest. Er bestaan onregelmatige vormen en in bepaalde gevallen kan de vorm variëren afhankelijk van context en combinatie met andere woorden. Bij meerdere adjectieven voor één zelfstandig naamwoord geldt vaak een vaste volgorde: mening, grootte, leeftijd, vorm, kleur, afkomst en materiaal. Een voorbeeldordening is: een mooie oude ronde houten tafel.

Predicatief gebruik: als predicatief adjektief blijven veel adjectieven in hun basisvorm na koppelwerkwoorden. Voorbeeld: De auto is groen. Daarnaast kunnen adjektieven in series voorkomen, bijvoorbeeld: een mooie, jonge vrouw.

Adjektieven kunnen ook als bijwoord fungeren in veel gevallen zonder extra vormverandering, bijvoorbeeld: ze loopt snel. Dit hangt af van het adjektief en de zinsstructuur.