Home

Aardappelen

Aardappelen zijn een knolgewas van Solanum tuberosum en vormen wereldwijd een belangrijke voedselbron. De Nederlandse naam aardappel betekent letterlijk 'aard-appel', oftewel een appel die onder de aarde groeit; het meervoud aardappelen verwijst naar meerdere knollen.

Herkomst en geschiedenis: Ze komen oorspronkelijk uit de Andes in Zuid-Amerika, waar ze door inheemse volkeren

Teelt en variëteiten: Aardappelen worden vrijwel uitsluitend vegetatief vermeerderd via knollen die als zaadaardappelen worden geteeld.

Voeding en gebruik: Aardappelen leveren voornamelijk koolhydraten in de vorm van zetmeel en bevatten weinig vet.

Productie en impact: Wereldwijd behoren China, India, Rusland, Oekraïne en de Verenigde Staten tot de grootste

duizenden
jaren
werden
gedomesticeerd.
In
de
16e
eeuw
brachten
Spaanse
ontdekkingsreizigers
aardappelen
naar
Europa;
ze
verspreidden
zich
snel
en
werden
wereldwijd
een
essentieel
gewas.
Ze
groeien
in
gematigde
klimaten
en
worden
geplant
in
het
voorjaar
en
geoogst
in
de
late
zomer
of
herfst.
Rassen
zijn
onderverdeeld
in
vroege
variëteiten
voor
vers
gebruik
en
hoofd-
of
late
variëteiten
voor
opslag
en
verwerking.
Ze
leveren
vitaminen
zoals
C
en
mineralen
zoals
kalium,
en
bevatten
vezels
als
de
schil
wordt
meegerekend.
Door
hun
neutrale
smaak
en
textuur
worden
ze
veelvuldig
gebruikt
in
koken,
pureren,
bakken,
frituren
en
als
basis
voor
stoofschotels
en
salades.
producenten.
Nederland
is
een
belangrijke
exporteur
van
aardappelen
en
zetmeelproducten.
Aardappelen
worden
bewaard
onder
koel
en
donker
omstandigheden;
sprouting
en
kwaliteitsverlies
kunnen
optreden.
Een
historische
plaag,
late
blight
(Phytophthora
infestans),
heeft
geleid
tot
de
ontwikkeling
van
resistente
rassen.