voornaamwoordfunctie
Voornaamwoordfunctie is de rol die een voornaamwoord vervult in een zin: de manier waarop het verwijst naar een naamwoordelijk begrip en welke syntactische taak het vervult. In het Nederlands dienen voornaamwoorden er vooral toe herhaling te voorkomen en duidelijk te maken wie wat doet of ondergaat. Voornaamwoorden hebben verschillende vormen naargelang persoon en getal en kunnen verschillende functies in zinnen hebben.
De belangrijkste functies zijn onder meer:
- Onderwerp (onderwerp van de zin): bijvoorbeeld Ik loops of Zij loopt, waarbij het voornaamwoord de handeling
- Lijdend voorwerp (direct object): het voornaamwoord ondergaat de handeling, zoals Ik zie hem.
- Meewerkend/indirect object of prepositional object: het voornaamwoord is betrokken bij een relatie via een voorzetsel, bijvoorbeeld
- Predikaatsvoornaamwoord: na een koppelwerkwoord kan het voornaamwoord een predicatief element vormen, bijvoorbeeld Het is mij.
- Bezittelijk voornaamwoord (determinatief) en bezittelijk voornaamwoord als zelfstandig voorwerp: Mijn auto is nieuw; De auto is
- Reflexief voornaamwoord: verwijst terug naar hetzelfde onderwerp, bijvoorbeeld Zij wast zich.
Daarnaast komen betrekkelijke, aanwijzende en vragende voornaamwoorden voor in zinnen die respectievelijk een rel element, aanwijzing
Praktisch gebruik en variatie:
- Voornaamwoorden stemmen overeen met person en number en kunnen voorkomen als onderwerp, object of determiners in
- In zinsvolgordepositionering nemen voornaamwoorden vaak een prominente plaats, zeker wanneer er meerdere objecten bestaan.
- In combinatie met voorzetsels staan sommige vormen vast als combinatie, bijvoorbeeld aan mij, voor jou, met
Het begrip voornaamwoordfunctie helpt bij het analyseren van zinsstructuur, verwijzing en samenhang in Nederlandse zinnen.