voorkwam

Voorkwam is de verleden tijd (onvoltooid verleden tijd) van het Nederlandse werkwoord voorkomen. Het werkwoord voorkomen heeft twee hoofdbetekenissen in het moderne gebruik: een transitieve betekenis van tegenhouden of verhinderen (to prevent) en een minder gangbare betekenis van voorkomen in de zin van optreden of zich voordoen (to occur). In de meeste hedendaagse contexten wordt voorkomen in de betekenis van preventie gezien, terwijl de betekenis van optreden meestal met komt voor of kwam voor wordt uitgedrukt.

Een duidelijke toepassing van voorkwam is dus het gebruik bij het aangeven dat iemand of iets in het verleden heeft voorkomen wat mogelijk was. Voorbeelden: De maatregel voorkwam verdere schade. Het plan voorkwam een misrekening. In deze zinnen staat voorkwam voor de handeling van preventie in het verleden. De andere betekenis, het zich voordoen, wordt veel vaker uitgesproken met komt voor of kwam voor, bijvoorbeeld Het probleem kwam voor. In historisch of literair taalgebruik kan voorkomen ook met deze betekenis voorkomen, maar deze vorm is minder gebruikelijk voor het concept van “to occur” in hedendaags alledaags Nederlands.

Morfologie en verwante vormen: de infinitief is voorkomen; de verleden tijd enkelvoud is voorkwam; de verleden tijd meervoud is voorkwamen. Het voltooid deelwoord is voorkomen. Voorkomen is verwant aan woorden als voorkomen (in de zin van preventie) en voorkomen (in de zin van optreden), en kan op dezelfde etymologische basis teruggrijpen op voor- + komen.

Zie ook: voorkomen (infinitief), voorkomen als zelfstandigNaamwoord, voorkoming.