Home

vochtregulatie

Vochtregulatie, ook wel vochtbalans of osmoregulatie genoemd, is het proces waarbij het lichaam de hoeveelheid vocht in het lichaam en de osmotische samenstelling daarvan reguleert. Het doel is een stabiel extracellulair vloeistofvolume en een constante osmolaliteit.

Inname en verlies van vocht bepalen de balans: vocht komt voornamelijk binnen via drinken en voeding, terwijl

Centrale regulatie gebeurt vooral via de hypothalamus, die de plasma-osmolaliteit meet en via baroreceptoren volumeveranderingen signaleert.

Naast ADH spelen ook het renine-angiotensine-aldosteronsysteem (RAAS) en natriuretische peptiden een belangrijke rol. RAAS stimuleert natrium-

Nierfunctie is centraal in vochtregulatie: de nieren filtreren, reabsorberen en secreteren vloeistoffen zodat urinevolume en elektrolytenconcentratie

Disbalans in vochtregulatie kan leiden tot uitdroging of hypernatriëmie, hyponatriëmie, oedeem en vochtretentie bij aandoeningen zoals

verlies
plaatsvindt
via
urine,
zweet,
ademhaling
en
ontlasting.
Het
lichaam
streeft
naar
een
evenwicht
tussen
inname
en
verlies,
zodat
de
cellen
en
vitale
functies
optimaal
functioneren.
Bij
afwijkingen
kan
dorst
worden
opgewekt
en
wordt
antidiuretisch
hormoon
(ADH)
afgegeven
door
de
neurohypofyse.
ADH
verhoogt
de
waterreabsorptie
in
de
nieren,
waardoor
de
urine
geconcentreerder
wordt
en
vochtretentie
toeneemt.
en
daardoor
ook
waterretentie
via
aldosteron;
natriuretische
peptiden
(ANP/BNP)
bevorderen
bij
volumetoename
natriurese
en
vochtafvoer.
Deze
systemen
zorgen
samen
voor
de
balans
tussen
natrium,
water
en
bloeddruk.
aangepast
worden
aan
de
behoefte
van
het
lichaam.
hartfalen
of
levercirrose.
Ook
aandoeningen
zoals
diabetes
insipidus
(tekort
aan
ADH)
of
SIADH
(overmatig
ADH)
verstoren
de
balans.
Medicijnen
zoals
diuretica
of
het
beheer
van
ADH-activiteit
kunnen
invloed
hebben
op
de
vochtregulatie.