filtreren

Filtreren is een scheidingsproces waarbij vaste deeltjes uit een vloeistof of gas worden verwijderd door het mengsel door een poreus medium te laten passeren. De vloeistof of het gas dat door de filter stroomt, wordt gescheiden van de deeltjes die achterblijven in of op de filter.

Filtreren berust op mechanische retentie, en bij sommige media ook op adsorptie. Deeltjes die groter zijn dan de poriën blijven achter of vormen een filtratielaag op de filter. Sommige filters verwijderen bovendien opgeloste stoffen via chemische adsorptie of andere interacties met het filtratiemateriaal.

Filtratiemedia variëren van dieptefilters van vezels zoals cellulose en katoen tot oppervlaktefilters en membranen. Dieptefilters vangen deeltjes in een dik poreus medium; membraanfilters scheiden op basis van poriegrootte op het oppervlak. Filtratie wordt onderverdeeld in microfiltratie (ongeveer 0,1-10 μm), ultrafiltratie (0,01-0,1 μm), nanofiltratie (0,001-0,01 μm) en reverse osmosis (<0,001 μm). Daarnaast wordt actieve koolstof gebruikt voor adsorptie van geur- en smaakstoffen.

Toepassingen bevinden zich in waterzuivering, voedings- en drankenindustrie, farmaceutische productie, laboratoriumwerk en zowel huishoudelijke als industriële luchtfiltratie.

Belangrijke overwegingen bij filtratie zijn efficiëntie, doorlaat en drukval, filterverzadiging (fouling) en onderhoudskosten. Regelmatige vervanging en schoonmaak van filters zijn nodig om contaminatie te voorkomen en aan normeringen te voldoen. Filtreren is thus een brede, essentiële techniek in zowel proces- als water- en milieu-toepassingen.