Home

katoen

Katoen is een natuurlijke vezel afkomstig van de zaden van planten uit het geslacht Gossypium, met name Gossypium hirsutum (upland katoen) en Gossypium barbadense (Pima of extra-lang). De vezel bestaat hoofdzakelijk uit cellulose en heeft een lange, fijne structuur die sterk, elastisch en goed absorberend is. Katoenvezel is zacht en ademend, maar kan bij nat worden kreuken en krimpen.

Katoenplanten groeien in warme, tropische en subtropische regio's. Ze hebben een lang groeiseizoen en een frostvrije

Door de combinatie van sterkte, vochtopname en comfort is katoen de belangrijkste natuurlijke vezel voor textiel.

Productie en duurzaamheid: India, China en de Verenigde Staten behoren tot de grootste producenten, gevolgd door

Geschiedenis: Katoen werd in het oude Midden-Oosten en in de Indusvallei geteeld en verspreidde zich naar Europa.

periode
nodig.
Oogsten
kan
handmatig
of
mechanisch.
Na
de
oogst
worden
de
vezels
van
de
zaden
gescheiden
in
een
ginningmachine.
Vervolgens
doorlopen
de
vezels
kaart-,
spin-
en
weefprocessen
waardoor
katoen
garens
en
stoffen
ontstaan.
Het
wordt
gebruikt
in
kleding,
linnengoed,
handdoeken
en
huishoudtextiel,
maar
ook
in
industriële
toepassingen
zoals
filtermaterialen
en
papieradditieven.
Bijproducten
bestaan
uit
katoenzaadolie
en
katoenmeel,
die
onder
andere
als
olie
en
veevoer
worden
gebruikt;
linters
leveren
cellulose
voor
diverse
producten.
Pakistan
en
Brazilië.
Katoenproductie
vraagt
veel
water
en
vaak
pesticiden;
daarom
bestaan
er
initiatieven
voor
verduurzaming
zoals
biologische
katoen
en
certificeringsprogramma's.
De
uitvinding
van
de
katoenmachine
door
Eli
Whitney
in
1793
hielp
de
industriële
revolutie
en
maakte
grootschalige
textielproductie
mogelijk.