Home

vluchtniveaus

Vluchtniveaus, in de luchtvaart ook wel flight levels genoemd, zijn hoogten die worden uitgedrukt volgens een standaard luchtdruk in plaats van de lokale druk. De hoogte wordt uitgedrukt in honderden voeten en aangeduid met FL gevolgd door drie cijfers, bijvoorbeeld FL120 voor 12.000 voet. Vluchtniveaus zijn gebaseerd op een referentiedruk van 1013,25 hPa en veranderen niet met lokale drukverschillen.

Gebruik en doel

Vluchtniveaus worden vooral toegepast voor verticale scheiding in gecontroleerd luchtruim en bij instrumentvliegen (IFR). Ze zorgen

Overgangsregels

De overgang naar vluchtniveaus vindt plaats via de overgangshoogte (TA) of transition level (TL). De exacte waarde

Notatie en voorbeeld

Een vluchtniveau wordt geschreven als FL gevolgd door drie cijfers, bijvoorbeeld FL180 voor 18.000 voet. Een

voor
consistentie
tussen
vliegtuigen
die
op
grote
hoogte
opereren,
omdat
iedereen
dezelfde
standaarddruk
gebruikt.
Boven
de
overgangshoogte
of
overgangsniveau
schakelen
vliegtuigen
doorgaans
over
van
een
druk-instelling
gebaseerd
op
QNH
(lokale
druk)
naar
de
standaarddruk
van
1013
hPa,
waardoor
vluchtniveaus
de
norm
zijn
voor
hoogte-onderscheiding.
van
TA/TL
varieert
per
land
en
luchtruim
en
kan
veranderen
afhankelijk
van
regio
en
operationele
regelgeving.
Boven
deze
grens
wordt
meestal
het
coördinatieniveau
in
FL
gebruikt,
terwijl
onder
die
grens
de
hoogte
met
de
lokale
druk
(QNH)
wordt
aangegeven.
eenvoudige
conversie
is
dat
één
vluchtniveau
overeenkomt
met
100
voet:
FL120
=
12.000
voet.
Vluchtniveaus
zijn
een
fundamenteel
onderdeel
van
de
marshalling
en
separation
in
het
moderne,
gesynchroniseerde
luchtruim.