Home

vetvorming

Vetvorming verwijst naar de vorming en ophoping van vetweefsel in levende organismen. Het speelt een sleutelrol bij energiereserve, warmte-isolatie en endocriene functies door adipokinen die door adiposeweefsel worden uitgescheiden. Vetweefsel komt voornamelijk voor als wit vetweefsel, dat energie opslaat in vetdruppels, en als bruin vetweefsel, dat warmte genereert.

Het proces omvat adipogenese, de vorming van nieuwe vetcellen (adipocyten), en lipogenese, de productie en opslag

Factoren die vetvorming beïnvloeden zijn genetische aanleg, voeding en energiebalans, leeftijd, sexuele hormonen en gezondheidstoestand. In

Onderzoek naar vetvorming maakt gebruik van biomedische methoden zoals weefselbiopten en beeldvorming (bijv. MRI of CT)

van
vetten
in
deze
cellen.
Adipogenese
start
met
voorlopercellen
die
zich
differentiëren
tot
adipocyten
onder
invloed
van
specifieke
transcriptionele
factoren
zoals
PPARγ
en
C/EBPα.
In
volwassenen
vindt
vetopbouw
vooral
plaats
door
acetie
van
bestaande
vetcellen
(hypertrofie)
en
in
sommige
perioden
ook
door
toename
van
het
aantal
vetcellen
(hyperplasie),
bijvoorbeeld
tijdens
de
groei
of
bij
gewichtstoename.
de
veeteelt
wordt
vetvorming
bewust
gemanaged
om
vleeskwaliteit
en
marmering
te
beïnvloeden,
terwijl
in
de
volksgezondheid
overmatige
vetvorming
bij
mensen
samenhangt
met
obesitas,
insulineresistentie
en
metabool
syndroom.
Ectopische
vetafzetting
in
lever
of
spieren
kan
ook
optreden
en
heeft
gezondheidsimplicaties.
om
adiposeweefselmassa
en
stofwisselingsactiviteit
te
meten.
Het
begrip
vetvorming
is
daarom
relevant
voor
zowel
klinische
gezondheid
als
landbouw
en
dierlijke
productiviteit.