Home

varieëren

Variëren is een werkwoord in het Nederlands dat betekent: veranderen of afwisselen in de aard, het niveau of de samenstelling van iets, zodat er variatie ontstaat. Het kan betrekking hebben op aantallen, kenmerken, gedrag of verschijnselen en wordt vaak gebruikt om aan te geven dat niet alles hetzelfde is binnen een bepaald bereik.

Etymologie: Variëren is ontleend aan het Franse varier, met wortel in het Latijn varius (verschillend, wisselend).

Gebruik: Variëren wordt in diverse contexten toegepast. In statistiek en data-analyse duidt het aan dat waarden

Vervoeging en vormen: Infinitief variëren. Tegenwoordige tijd: ik varieer, jij varieert, hij varieert, wij variëren, jullie

Zie ook: variatie, variabel, variabiliteit.

variëren;
in
economie
en
prijzen
geeft
men
aan
dat
prijzen
variëren
van
een
bedrag
tot
een
bedrag.
In
ontwerp,
kunst
en
muziek
kan
variatie
bewust
worden
opgelegd.
In
voeding
en
sport
kan
men
routines
of
diëten
variëren
om
doorgaans
effectiever
te
zijn.
Voorbeeldzinnen:
De
temperaturen
variëren
tussen
15
en
25
graden.
De
antwoorden
variëren
sterk
tussen
respondenten.
variëren,
zij
variëren.
Verleden
tijd:
ik
varieerde,
jij
varieerde,
hij
varieerde,
wij
varieerden,
jullie
varieerden,
zij
varieerden.
Voltooid
deelwoord:
gevarieerd.
Uitspraak
en
spelling:
het
woord
wordt
met
een
dieresis
gespeld
om
de
twee
syllaben
te
tonen.