Home

uitsteken

Uitsteken is een Nederlands werkwoord met meerdere betekenissen, die afhankelijk van de context verschillen. De basisindeling is het werkwoord steken met het prefix uit-, wat een beweging of posizione naar buiten aanduidt. Een verwant zelfstandig naamwoord is uitsteeksel, een projecting deel dat naar buiten zit.

Een van de meest algemene betekenissen is zich naar buiten of omhoog steken. Iets kan uitsteven of

In de bouw, landmeting en landbewerking wordt uitsteken gebruikt als vakterm voor het markeren en uitzetten

In de bakkerij- en kookwereld betekent uitsteken het met een vorm uit deeg of beslag halen van

Samenvattend verwijst uitsteken naar uitdraaien naar buiten toe, naar het markeren en uitzetten op een werkplek,

---

uit
de
woonruimte
steken,
bijvoorbeeld
een
rand
die
buiten
het
oppervlak
uitsteekt.
Ook
bij
mensen
of
dieren
wordt
gesproken
van
iets
dat
uitsteekt,
zoals
een
voorwerp
dat
opvallend
uit
een
ruimte
naar
voren
komt.
van
afmetingen
op
de
grond
volgens
een
ontwerp.
Daarbij
worden
lijnen,
hoeken
en
posities
op
de
juiste
plek
gebracht,
vaak
met
peilen,
touwen
of
spijkers.
Het
doel
is
om
de
exacte
vorm
en
positie
van
een
constructie
of
kavel
te
bepalen
voordat
er
daadwerkelijk
wordt
gebouwd.
gewenste
vormen,
bijvoorbeeld
koekjes
of
taartpunten.
Dit
gebeurt
met
een
uitstekvorm
of
een
mes
en
vereist
vaak
een
nauwkeurige
druk
en
herhaalbaarheid
om
gelijkmatige
resultaten
te
verkrijgen.
of
naar
het
uitsnijden
van
vormen
in
deeg.
De
specifieke
betekenis
hangt
sterk
af
van
het
onderwerp
en
de
context.