Home

uitdraaien

Uitdraaien is een Nederlands werkwoord dat in de basis betekent dat een voorwerp dat opgerold, opgerold of ineengeworpen is, volledig wordt uitgetrokken of uitwikkeld door eraan te draaien of te trekken. Het gaat meestal om objecten die een lengte hebben en die je via bewegingen uit de verpakking of opslag naar buiten krijgt.

De meest voorkomende toepassingen van uitdraaien zijn te vinden bij kabels, snoeren, slangen en touwen. Door

Hoewel uitdraaien nauw verwant is aan uitrollen en uitwikkelen, ligt het accent vaak op het draaien als

Bij gebruik in schriftelijke taal kan het voltooid deelwoord variëren afhankelijk van de vervoeging: het werkwoord

het
uiteinde
vast
te
pakken
en
te
draaien,
wordt
de
volle
lengte
van
het
object
vrijgemaakt
en
recht
of
uitgerold.
Het
begrip
kan
ook
worden
toegepast
op
mechanische
rollen
of
spoelen
waarin
materiaal
zit
dat
in
lengte
kan
worden
teruggewonden
of
juist
uitgevoerd.
In
dagelijks
taalgebruik
hoor
je
bijvoorbeeld:
“De
kabel
uitdraaien
tot
de
gewenste
lengte,”
“de
waterslang
uitdraaien
achter
het
huis,”
of
“het
snoer
uit
de
snoerhaspel
uitdraaien.”
middel
om
het
object
vrij
te
maken
of
verlengen.
In
sommige
gevallen
wordt
het
werkwoord
ook
in
figuurlijke
zin
gebruikt,
al
is
die
usage
minder
vastgelegd
en
meer
afhankelijk
van
context
en
streektaal.
kan
onder
meer
verschijnen
als
uitdraaien
en
in
samengestelde
tijden
als
uitgedraaid
of
uitgeroeid,
afhankelijk
van
de
vorm
en
tijd.
Concreet
blijft
uitdraaien
vooral
een
praktische
term
voor
het
handeling
van
het
volledig
uitrollen
of
vrijmaken
van
een
verlengbaar
object.