uitgegelopen

Uitgegelopen is het voltooid deelwoord van het Nederlandse werkwoord uitlopen. Het wordt gebruikt als predicaat of als bijvoeglijk naamwoord en verwijst naar verschillende, gerelateerde betekenissen, afhankelijk van de context. De meest voorkomende betekenis is dat vloeistof uit een container is gelopen of is gaan lekken.

In de eerste betekenis gaat het om lekkage of morsen. Bijvoorbeeld: de koffie is uitgegelopen toen ik de mok te snel optilde. Ook: de wijn is uitgegelopen uit de fles tijdens het vervoer. Een uitgegelopen fles kan vlekken of schade veroorzaken.

In een tweede betekenis kan uitgegelopen verwijzen naar een overschrijding van tijd, geld of capaciteit. Denk aan kosten die zijn uitgegelopen of een project dat uit de begroting liep. In deze context heeft uitgegelopen een negatieve nuance en duidt het op overname van het oorspronkelijke plan of budget.

In de derde betekenis kan uitgegelopen ook beschrijven dat een situatie of gesprek langer heeft geduurd dan bedoeld. Bijvoorbeeld: het gesprek is uitgegelopen en duurde veel langer dan gepland.

Zie ook: uitlopen (tijd), kostenoverschrijding, lekkage. Uitgegelopen kan dus zowel letterlijk te nemen zijn (iets lekt) als figuurlijk (overgelopen, uitgelopen). De precieze betekenis wordt duidelijk uit de zinscontext.