tweekoppige

Tweekoppige is een Nederlands bijvoeglijk naamwoord dat verwijst naar iets of iemand met twee koppen. Het wordt gebruikt om dieren, organismen of objecten te beschrijven die uit twee koppen bestaan. De term is samengesteld uit twee, kop en de achtervoeging -ig(e). In de spreektaal kan ook de vorm tweekoppig voorkomen, afhankelijk van de zinsbouw.

In de biologie en geneeskunde wordt vaker gesproken van polycefalie of dicefalie wanneer sprake is van twee koppen. Een andere gerelateerde term is diprosopus, een zeldzame vorm van craniale duplicatie waarbij delen van het gezicht of de kop structures kunnen dupliceren. Twee koppen kunnen aan één romp verbonden zijn op verschillende manieren: de koppen kunnen elk een apart nekgebied hebben, of ze kunnen delen van het lichaam bezitten. Ontwikkelingsfouten in de vroege embryo-periode liggen meestal aan de basis van tweekoppigheid. De overlevingskansen variëren sterk; veel twee-koppige dieren sterven kort na de geboorte, maar er zijn ook zeldzame gevallen waarin er langer leven mogelijk is.

In de natuur komen twee-koppige dieren voor, zoals twee-kopige slangen of andere reptielen, maar dergelijke verschijnselen zijn uiterst zeldzaam en vaak problematisch vanwege ademhaling, bloedcirculatie en samenwerking tussen de koppen. In cultuur en media wordt tweekoppigheid vaak gebruikt als intrigerend of angstaanjagend motief.

Zie ook: polycefalie, dicefalie, diprosopus, conjointe tweeling, twee-kopige dieren.