Home

tubulointerstitiële

Tubulointerstitiële verwijst naar aandoeningen die de tubuli en de interstitiële ruimte van de nieren betreffen, in tegenstelling tot aandoeningen die primair de glomeruli aantasten. In deze ziekten is meestal sprake van ontsteking of fibrose in de interstitiële ruimte en/of in de tubuli, wat kan leiden tot verminderde nierfunctie.

Oorzaken en soorten

De termen omvatten zowel acute als chronische vormen van tubulointerstitiële nefritis (TIN). Acute TIN wordt vaak

Klinische kenmerken

Acute tubulointerstitiële nefritis presenteert zich meestal met plotselinge, soms milde tot matige nierschade, koorts, huiduitslag en

Diagnose en behandeling

De diagnose berust op klinische geschiedenis, urinestudies, bloedtesten en beeldvorming; nierbiopt kan nodig zijn bij twijfel

Prognose

Acute tubulointerstitiële nefritis kan bij tijdige verwijdering van de trigger vaak reversibel zijn. Chronische tubulointerstitiële nefritis

veroorzaakt
door
medicijngebruik
(bijvoorbeeld
bepaalde
antibiotica,
NSAID’s
en
PPI’s),
infecties
of
auto-immuunziekten.
Chronische
TIN
kan
ontstaan
door
langdurige
blootstelling
aan
toxische
stoffen,
terwijl
auto-immuunaandoeningen
zoals
Sjögren-syndroom
of
systemische
lupus
erythematosus
ook
kunnen
bijdragen.
Andere
oorzaken
zijn
reflux-gerelateerde
nierziekten,
ischemie
en
langdurige
ontstekingsprocessen.
eosinofilie,
evenals
urinekenmerken
zoals
leukocyturie
of
eosinofiele
casts.
Bij
chronische
TIN
kunnen
polyurie
en
polydipsie,
progressieve
nierschade
en
symptomen
van
CKD
op
de
voorgrond
staan.
De
symptomen
zijn
vaak
onduidelijker
dan
bij
glomerulaire
aandoeningen
en
medische
geschiedenis
van
medicijngebruik
is
belangrijk.
of
bij
aanzienlijke
afwijkingen.
Behandeling
richt
zich
op
het
stoppen
van
de
veroorzakende
factor,
ondersteuning
van
de
nierfunctie
en,
in
bepaalde
gevallen,
het
gebruik
van
corticosteroïden
bij
inflammerende
vormen.
Behandeling
van
onderliggende
oorzaken
en
monitoring
van
de
nierfunctie
zijn
essentieel.
kan
leiden
tot
blijvende
nierschade
en
CKD,
vooral
als
fibrose
zich
ontwikkelt.
Prognose
hangt
af
van
de
oorzaak,
de
snelheid
van
diagnose
en
de
respons
op
behandeling.