trombofilieën
Trombofilieën zijn aandoeningen waarbij iemand een verhoogd risico heeft op trombose door afwijkingen van het stollingssysteem. Ze kunnen erfelijk van aard zijn of verworven ontstaan. De klinische verschijnselen variëren, maar diepe veneuze trombose en longembolie komen het meest voor.
Erfelijke trombofilieën komen door mutaties of tekorten in de natuurlijke stollingsremmers. Voorbeelden zijn antitrombine-deficiëntie (AT), proteïne
Verworven trombofilieën ontstaan onder andere bij antiphospholipidensyndroom (APS), bij actieve kanker, tijdens zwangerschap of bij gebruik
Diagnostiek en screening verlopen afhangend van de situatie. Bij een thrombotische gebeurtenis worden testen voor erfelijke
Behandeling richt zich op trombosepreventie en -behandeling met anticoagulantia. Langdurige of herhaalde VTE’s kunnen aanleiding geven