transitiefrequenties
Transitiefrequenties zijn statistische maatstaven die aangeven hoe vaak een werkwoord in transitieve contexten voorkomt in een taalcorpus. Een transitieve constructie bevat een direct object (bijv. ik eet een appel); een intransitieve constructie mist dit object (bijv. ik eet). Door transitieve frequenties te bestuderen, wordt inzicht verkregen in het valentiesysteem en de syntactische voorkeuren van werkwoorden.
Metingen gebeuren meestal door grote taalcorpora te annoteren met lemmatisering, part-of-speech tagging en afhankelijkheidsanalyse. Zo kan
Toepassingen omvatten lexicografie, grammaticale modellering van argumentstructuren, vergelijkingen tussen talen of dialecten, en steun bij automatische
Voorbeeld: het werkwoord eten verschijnt meestal in transitieve zinnen zoals 'ik eet een appel', maar kan ook
Belangrijke caveats betreffen ellipsie, passiefvormen, en het onderscheid tussen directe objecten en indirecte objecten, evenals variatie