standaardboom

Standaardboom, ook wel boom op stam genoemd, is een boom die is opgeleid tot een centrale stam met een compacte kroon. Deze vorm wordt in de horticultuur toegepast bij zowel fruitbomen als sierbomen en is populair in tuinen, langs paden en in stedelijke groenvoorzieningen. De term verwijst naar de trainingsmethode waarbij de boom in de jonge jaren een dominante stam krijgt en de zijtakken gesnoeid worden om een duidelijke kroon te vormen.

Het opzetten van een standaardboom gebeurt door gerichte snoei en training. In de eerste jaren blijft de centrale leider de belangrijkste groeirichting, terwijl bodempaden en zijtakken worden verwijderd of teruggesnoeid om een sterke, rechte stam te bevorderen. In de handel worden standaardbomen verkocht in verschillende stamhoogtes, meestal variërend van circa 100 tot 250 centimeter, en met diverse rassen voor fruitproductie of sierwaarde.

Toepassingen en voordelen: standaardbomen nemen minder ruimte in dan vrijstaande bomen met meerdere stammen en zijn daardoor geschikt voor kleine tuinen, schoolplaatsen en straten. Voor fruitteelt kunnen standaardbomen vroeg vrucht geven doordat ze snel een onderhoudsgelegen kroon bereiken. Ook esthetisch biedt de vorm een nette, formele uitstraling.

Onderhoud en zorg: standaardbomen vereisen regelmatige snoei om de gewenste kroonvorm te behouden en schade aan de stam te voorkomen. Daarnaast is aandacht voor bemesting, water, wortelzone en bestrijding van ziekten en plagen aan te raden. Veel voorkomende soorten zijn fruitbomen zoals appel en peer, maar ook sierbomen zoals esdoorn en linde worden als standaard toegepast.