Home

opzetten

Opzetten is een Nederlands werkwoord met het separabele prefix op- en de stam zetten. De kernbetekenis is “iets in werking zetten of in elkaar zetten”, en het kan zowel een fysieke handeling als een organisatorische of abstracte handeling betreffen. Veelvoorkomende toepassingen zijn het opzetten van een tent of kamp, maar ook het opzetten van een bedrijf, project, netwerk of systeem.

Grammaticaal gezien is opzetten een separabel werkwoord. In de tegenwoordige tijd zeg je bijvoorbeeld: ik zet

Veelvoorkomende uitdrukkingen zijn onder meer: een tent opzetten, een kamp opzetten, een bedrijf opzetten, een project

De opzet kan ook als zelfstandig naamwoord voorkomen: de opzet. Die aanduidt het plan, de bedoeling of

Verschil met verwante woorden: opzetten heeft een meer algemene betekenis van starten of installeren dan oprichten,

Zie ook: opzet (naamwoord), opzettelijk, opstellen, oprichten.

op,
jij
zet
op,
hij
zet
op.
In
de
verleden
tijd:
ik
zette
op.
Het
voltooid
deelwoord
is
opgezet,
en
bij
samengestelde
tijden
gebruik
je
hebben:
ik
heb
de
tent
opgezet.
opzetten,
een
systeem
opzetten.
Daarnaast
kan
het
ook
figuurlijk
worden
gebruikt,
bijvoorbeeld
“een
plan
opzetten”
of
“een
strategie
opzetten”.
de
inrichting
achter
iets,
bijvoorbeeld
“de
opzet
van
het
project”.
In
juridische
context
verschil
je
soms
met
opzet
als
“bewuste
bedoeling”
of
“opzettelijkheid”.
waarbij
oprichten
vaker
duidt
op
het
ontstaan
of
de
vorming
van
een
organisatie.
Opzetten
kan
zowel
tijdelijk
als
structureel
zijn
en
omvat
vaak
de
handeling
van
neerzetten,
installeren
of
in
gang
zetten.