sleutelindicatoren
Sleutelindicatoren, in het Engels vaak KPI’s genoemd, zijn meetwaarden die aangeven in hoeverre een organisatie of project vooruitgang boekt ten opzichte van vastgestelde doelen. Ze vormen de kern van prestatiemanagement doordat ze concrete sturing en verslaglegging mogelijk maken. Een sleutelindicator moet direct verband houden met de strategische doelstellingen, en doorgaans zijn er maar enkele gekozen om te voorkomen dat de leerbaarheid afneemt. Bij voorkeur voldoen ze aan SMART-criteria: specifiek, meetbaar, acceptabel/haalbaar, relevant en tijdgebonden.
Sleutelindicatoren kunnen onderverdeeld worden in leading indicators (vooruitkijkend) en lagging indicators (terugkijkend). Leading indicators geven aan
De selectie van sleutelindicatoren vraagt om afstemming op strategie, beschikbaarheid van betrouwbare data en duidelijke verantwoordelijkheid.
Voorbeelden van veelgebruikte indicatoren zijn financiële prestaties zoals omzetgroei en brutomarge, klantgerelateerde maatstaven zoals klanttevredenheid of
Let op valkuilen: indicatoren kunnen misleidend zijn als ze niet in samenhang staan met gewenste uitkomsten,