Home

sleutelindicatoren

Sleutelindicatoren, in het Engels vaak KPI’s genoemd, zijn meetwaarden die aangeven in hoeverre een organisatie of project vooruitgang boekt ten opzichte van vastgestelde doelen. Ze vormen de kern van prestatiemanagement doordat ze concrete sturing en verslaglegging mogelijk maken. Een sleutelindicator moet direct verband houden met de strategische doelstellingen, en doorgaans zijn er maar enkele gekozen om te voorkomen dat de leerbaarheid afneemt. Bij voorkeur voldoen ze aan SMART-criteria: specifiek, meetbaar, acceptabel/haalbaar, relevant en tijdgebonden.

Sleutelindicatoren kunnen onderverdeeld worden in leading indicators (vooruitkijkend) en lagging indicators (terugkijkend). Leading indicators geven aan

De selectie van sleutelindicatoren vraagt om afstemming op strategie, beschikbaarheid van betrouwbare data en duidelijke verantwoordelijkheid.

Voorbeelden van veelgebruikte indicatoren zijn financiële prestaties zoals omzetgroei en brutomarge, klantgerelateerde maatstaven zoals klanttevredenheid of

Let op valkuilen: indicatoren kunnen misleidend zijn als ze niet in samenhang staan met gewenste uitkomsten,

welke
acties
toekomstige
prestaties
beïnvloeden,
lagging
indicators
meten
de
uiteindelijke
resultaten,
zoals
omzet
of
klanttevredenheid.
Het
aantal
KPI’s
wordt
doorgaans
beperkt
gehouden
en
gekoppeld
aan
targets
en
baselines.
Data
governance,
frequentie
van
meten
en
onderhoud
zijn
cruciaal.
Net
Promoter
Score,
operationele
metrics
zoals
doorlooptijd,
leverbetrouwbaarheid
en
first-time-right,
en
personeelsindicatoren
zoals
ziekteverzuim
of
verloop.
of
als
men
zich
teveel
richt
op
“vanity
metrics”
zonder
context.
Een
effectief
systeem
combineert
indicatoren
met
kwalitatieve
inzichten
en
regelmatige
evaluatie.