Home

serveertemperatuur

Serveertemperatuur is de temperatuur waarop voedsel en dranken het meest geschikt zijn om te worden geconsumeerd. De juiste temperatuur beïnvloedt smaak, geur, textuur en mondgevoel, en kan de perceptie van versheid versterken. Daarnaast speelt temperatuur een belangrijke rol bij voedselveiligheid: warm gehalte voedsel moet op veilige temperaturen worden gehouden en koude producten moeten gekoeld blijven.

Algemene richtlijnen zijn dat warme gerechten doorgaans op ten minste 60°C moeten worden geserveerd of warmgehouden,

Vlees en vis worden op verschillende wijze geserveerd afhankelijk van type en bereiding. Rundvlees kan bij

Dranken kennen eveneens specifieke serveertemperaturen. Wijn: witte wijn 7–12°C, rosé 7–12°C, rode wijn 12–18°C, mousserende wijn

en
koude
gerechten
onder
de
5°C.
In
de
horeca
en
thuisgebruik
gelden
vaak
aanvullende
regels
afhankelijk
van
product
en
bereiding,
maar
het
principe
blijft
warm
boven
60°C
of
koud
onder
5°C
om
bederf
en
bacteriële
groei
te
voorkomen.
verschillende
gaarheden
tussen
ongeveer
55
en
65°C
worden
geserveerd,
kip
en
kalkoen
altijd
heet
en
veilig
bereid
(minimaal
74°C
kerntemperatuur).
Vis
wordt
vaak
licht
warm
tot
warm
geserveerd
(ongeveer
50–60°C)
voor
een
zachte
textuur,
terwijl
rauwe
of
gekoelde
vis
in
gerechten
zoals
sushi
apart
kan
worden
gepresenteerd.
Kaas
wordt
meestal
op
kamertemperatuur
geserveerd
(ongeveer
18–22°C)
om
aroma’s
beter
tot
uitdrukking
te
brengen,
en
chocolade
wordt
doorgaans
op
kamertemperatuur
geproefd.
6–8°C.
Bier
wordt
meestal
gekoeld
geserveerd
op
ongeveer
4–7°C.
Koffie
wordt
doorgaans
heet
geserveerd
(ongeveer
70–85°C
bij
inschenken)
en
thee
kan
variëren
van
70–90°C
afhankelijk
van
het
type.
Praktische
voor
thuis
of
in
de
horeca:
houd
koel
versus
warm
en
gebruik
een
thermometer
om
consistentie
te
waarborgen.