Home

semihulpwerkwoord

Semihulpwerkwoord is een term uit de Nederlandse taalkunde voor een groep werkwoorden die zowel als zelfstandig hoofdwerkwoord kunnen optreden als functioneren als hulpwerkwoord in perifratische constructies. In deze rol dragen semihulpwerkwoorden grammaticale nuance aan het gezegde en behouden ze vaak deels hun eigen betekenis, in tegenstelling tot de volle hulpwerkwoorden hebben/zijn/worden.

Algemene patronen en functies

Semihulpwerkwoorden komen meestal voor in twee syntactische vormen. Ten eerste met een kopwerkwoord in combinatie met

Voorbeelden

- gaan: Ik ga slapen (toestand van nabij toekomstige handeling of intention).

- lijken/schijnen: Het lijkt te regenen (waarneming of aannemelijk maken van een handeling).

- blijken: Het blijkt te kloppen (conclusie op basis van waarneming of onderzoek).

Verschil met andere werkwoorden

In tegenstelling tot volle hulpwerkwoorden (hebben, zijn) en modale werkwoorden, heeft een semihulpwerkwoord meestal zijn eigen

Zie ook

Hulpwerkwoord, Modale werkwoorden, Perifrasis, Nederlandse grammatica.

een
bare
infinitief,
bijvoorbeeld
Ik
ga
slapen
en
Hij
gaat
morgen
varen.
Ten
tweede
met
een
te-infinitief,
vaak
om
een
modaliteit,
mogelijkheid
of
lijken
te-interpretatie
uit
te
drukken,
bijvoorbeeld
Het
lijkt
te
regenen
en
Het
blijkt
te
gebeuren.
In
beide
gevallen
blijft
het
semihulpwerkwoord
essentieel
voor
de
structuur
van
het
werkwoordelijk
gezegde,
terwijl
het
hoofdwerkwoord
de
kernbetekenis
levert.
semantische
lading,
maar
wordt
het
in
combinatie
met
een
ander
werkwoord
gebruikt
om
tijd,
aspect
of
modaliteit
te
nuanceeren.
De
exacte
classificatie
kan
per
grammaticareeks
verschillen,
maar
de
kern
ligt
in
het
vermogen
van
het
woord
om
zowel
betekenis
te
dragen
als
syntactische
hulp
te
bieden.